011/378 994

Informatie

Anale fissuur of aarskloof

Een anale fissuur of aarskloof is een scheur of wonde thv het slijmvlies aan de buitenzijde van de aars. De oorzaak hiervan is onduidelijk doch een harde ontlasting speelt vaak mee in het ontstaan of onderhouden van een anale fissuur.

De symptomen bestaan uit een scherpe pijn of brandend gevoel tijdens en na de ontlasting en soms ook bloedverlies. Eens een kloof is ontstaan wordt - mede tengevolge van de pijn - de anale sluitspier vaak spastisch waardoor de bloedsvoorziening in het gedrang komt en de genezing bemoeilijkt wordt. Daarenboven wordt de wonde steeds opnieuw geïrriteerd door stoelgangspassage; de bacteriën in de ontlasting kunnen een bijkomende infectie van de wonde veroorzaken. Een aarskloof kan soms zeer langdurig bestaan met episodes van gedeeltelijke genezing en minder klachten waarnaast periodes van verergering.

Een anale fissuur wordt vastgesteld door inspectie van de aars met het blote oog of met behulp van een anuscoop, maar dit kan soms moeilijk zijn vanwege het dichtknijpen van de anus ten gevolge van de pijn. In dat geval zal een verdovende gel worden aangebracht of een plaatselijke verdoving uitgevoerd om een betere inspectie toe te laten.

De behandeling van een anale fissuur is vooral gericht op het doorbreken van de vicieuze cirkel van pijn, spasme van de sluitspier, verminderde bloedsvoorziening waardoor geen genezing, en blijvende pijn. De hoeksteen van de behandeling bestaat in het aanbrengen van een magistrale zalf die de sluitspier relaxeert en zodoende de pijn vermindert en de bloedsvoorziening verbetert waardoor genezing mogelijk wordt. Deze zalf werkt slechts 4-5 uur waardoor het noodzakelijk is deze zeker viermaal daags te appliceren. Dit is omslachtig maar zeer belangrijk om voldoende effect te beogen. Vele mensen ervaren de eerste dagen hoofdpijn als bijwerking van de zalf. Deze verdwijnt meestal spontaan na enkele dagen. Indien niet, dient de hoeveelheid zalf per keer te worden verminderd (met behouden van dezelfde frequentie). Langdurige behandeling - soms tot 2 maanden - is meestal noodzakelijk. Daarnaast wordt vaak nog een wondhelende zalf aan de behandeling toegevoegd.

Verder is het belangrijk om de stoelgang goed zacht te houden door het gebruik van een vezelrijke voeding en voldoende vochtinname; zonodig wordt een licht laxeermiddel voorgeschreven. Wanneer deze behandeling voldoende langdurig en rigoureus wordt toegepast en toch geen verbetering of genezing brengt, kunnen alternatieven worden overwogen zoals een chirurgische aanpak of een Botox-injectie.